Wanneer is hoger beroep mogelijk?

Wanneer is hoger beroep mogelijk? Als u in een gerechtelijke procedure door de kantonrechter in het ongelijk bent gesteld, of als u vindt dat u te weinig hebt toegewezen gekregen, kunt u in bepaalde gevallen in hoger beroep (appèl) gaan bij het gerechtshof.

Appèl houdt, eenvoudig gezegd, in dat een andere (hogere) rechter opnieuw naar de zaak kijkt en hier ook een nieuw oordeel over velt. U hebt hiervoor altijd een advocaat nodig. De termijn voor appèl, en hoe u dit instelt, kunt u lezen in de uitspraak van de rechter. Voor civiele zaken geldt doorgaans een termijn van drie maanden.

Het is niet altijd mogelijk tegen een vonnis van de kantonrechter in hoger beroep te gaan. Een vonnis bij verstek, of het niet halen van de appèlgrens kan de weg naar de hogere rechter blokkeren.

Het is echter niet altijd mogelijk om in hoger beroep te gaan, bijvoorbeeld als de gedaagde verstek heeft laten gaan bij de kantonrechter. Bij een verstekvonnis is het instellen van verzet het enige middel dat de veroordeelde heeft om het vonnis aan te vechten.

Wanneer is hoger beroep mogelijk? Let op de appèlgrens!

Een andere situatie, waarin hoger beroep is uitgesloten, is die waarin de appèlgrens niet wordt gehaald. Met de appèlgrens wordt bedoeld dat hoger beroep alleen is toegelaten voor een vordering die in eerste aanleg (bij de kantonrechter) meer dan € 1.750 bedroeg. Bepalend is dus niet de vordering zoals die in hoger beroep wordt ingesteld, maar de vordering waarover de rechter in eerste aanleg een beslissing nam. Het gaat daarom over de gevorderde hoofdsom, eventueel gevorderde incassokosten, maar ook de gevorderde rente tot aan de dag waarop de dagvaarding in eerste aanleg is betekend. Dwangsommen, roceskostenveroordeling en toekomstige rente zijn niet van invloed op de appèlgrens, eiswijzigingen tijdens de procedure in eerste aanleg kunnen echter wel een rol spelen.

Appèlgrens en reconventionele vordering

In het geval de gedaagde partij een reconventionele vordering (tegenvordering) in stelt bij de kantonrechter, dan moeten voor de appèlgrens beide vorderingen bij elkaar worden opgeteld. Bij die vordering telt ook de gevorderde rente mee tot de dag waarop de reconventionele vordering ingesteld is. Dit is dus ook van belang voor de vraag “wanneer is hoger beroep mogelijk?”.

Voor het geval het een vordering van onbepaalde waarde betreft geldt dat hoger beroep niet mogelijk is, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn dat de vordering de appèlgrens van € 1.750 overtreft. Dit laatste geldt uiteraard niet als de wet anders bepaalt. Zie in dit verband ook de uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 4 juni 2013 (LJN CA2309).

Concluderend, het moment van dagvaarden en de in de dagvaarding genoemde bedragen kunnen van groot belang zijn voor de mogelijkheid na de kantonrechter in hoger beroep te kunnen gaan. Voor het wijzigen van de eis gedurende de procedure geldt hetzelfde. Het kan om strategische redenen handig zijn om er in eerste aanleg al voor te zorgen dat u wel in hoger beroep kunt, of juist te voorkomen dat de wederpartij dit juist niet kan.

Lex Lawyers heeft ruime ervaring bij het voeren van procedures voor de rechtbank sector kanton, en kan u deskundig adviseren en bijstaan. Indien u overweegt om een gerechtelijke procedure te starten, neem dan vandaag nog contact met een jurist van ons op. Bel ons: 085 864 00 61. Het eerste juridisch advies is geheel gratis.